Van het kleine zeehondje dat hier bij Oudeschild geboren werd en nog steeds ligt, hebben we al veel prachtige foto's gemaakt. Deze foto maakte ik afgelopen week, alsof hij even lief in de lens lacht. Zo mooi!
Ook onze Jael houdt enorm van de natuur en fotograferen. Zij maakte onlangs ook een prachtige foto van moeder zeehond met haar kindje in een schuimbad hier in de zee bij de dijk. We stuurden, zonder dat ze het wist, haar foto in voor een fotowedstrijd. Wat een verrassing afgelopen donderdag toen de krant in de bus viel en haar foto gewonnen had! Ze won een vogel excursie voor twee personen, ook echt iets voor haar, maar was vooral trots dat haar foto in de krant stond!
David maakte net als andere jaren weer een verhaal. Dit keer geen Kerst maar een winterverhaal. Een prachtig verhaal wat je hieronder kunt lezen:
Het krantenmeisje
Het geklepper van de brievenbussen galmt door de verlaten straten van Oudeschild. Als een donkere deken daalt de schemering langzaam neer op het eiland. De wind jaagt langs de schoorstenen en verspreidt de geur van smeulend haardvuur. Bij sommige brievenbussen moet hij oppassen voor zijn
vingers wanneer de krant hongerig opgeslokt wordt en verdwijnt in een duistere gang. Het is eigenlijk geen weer om buiten te zijn, maar hij heeft met zijn hand over zijn vaderhart gestreken. Zijn dochter heeft een koutje gevat toen ze eergisteren in de stromende regen haar krantenwijk had gelopen. Als een verzopen katje was ze hoestend thuisgekomen en vanmiddag was ze rillend van de koorts in bed
gekropen.
Hij is blij dat het vandaag in ieder geval droog is. Maar die venijnige oostenwind vanaf de Waddenzee snijdt dwars door zijn handschoenen heen. Met verkleumde vingers probeert hij de kranten in bedwang te houden, die liever willen ontsnappen om te dansen op het ritme van de onverwachte windvlagen.
Hij denkt terug aan zijn eigen jeugd, toen hij op een middag alle kranten in een sloot had gegooid, omdat hij geen zin meer had. Zijn moeder had hem nog verbaasd aangekeken toen hij zo snel weer terug was van zijn krantenwijk. Hij overweegt even om ditzelfde trucje ter herhalen door de kranten in de Skilsloot te dumpen. Maar hij realiseert zich al snel dat hij dit niet kan maken. Vandaag moet
namelijk de Kersteditie van de krant bezorgd worden waarin het winnende Winterverhaal van de verhalenwedstrijd staat. Bovendien had hij anderhalve week geleden zijn dochter nog aangemoedigd om niet zo snel op te geven.
Toen had ze geroepen: ‘ Ik stop ermee! Ik ben er helemaal klaar mee. Het is koud, nat en het waait te hard. Ze zoeken maar iemand anders om die stomme krant te bezorgen.’ Hij had gereageerd door te zeggen: ‘Dat is nu juist het probleem; ze kunnen geen andere bezorgers vinden. Kijk, lees maar, het staat vandaag opnieuw hier op de voorpagina: Vlotte krantenbezorgers gezocht! Een mooie bijbaan,
waarbij je lekker in de buitenlucht bezig bent. Je kan nu echt niet stoppen. Ze hebben je nodig.’
‘Nou, zo lekker is het nu niet in die buitenlucht met dit winterse weer. Ze bekijken het maar. Ik ga het niet meer doen.’ Stampvoetend was ze de trap opgelopen. Hij had haar nog na geroepen: ‘Een echte Texelse meid laat zich toch niet afschrikken door een beetje kou?!’ Blijkbaar hadden die woorden geholpen, want twee dagen later was ze weer vrolijk fluitend op haar fiets gesprongen om haar route te fietsen.
Vandaag is het aan hem om zich niet af te laten schrikken door de kou. Hij trekt zijn muts nog iets verder over zijn oren en opent zijn fietstas om een nieuwe krant te pakken. Plotseling schieten de bovenste twee kranten door een harde rukwind de lucht in. De wind grijpt de kranten vast, slingert ze over het asfalt en rukt de pagina’s uit elkaar. De papieren flarden vliegen over straat om vervolgens te verdwijnen achter een donkere schutting. Hij scheldt binnensmonds, pakt een achtergebleven krant en doet de fietstas snel weer dicht, voordat een nieuwe windvlaag nog een
keer kan toeslaan.
Hij worstelt zich tegen de wind in naar de volgende brievenbus en ziet door het raam de gezellige lichtjes van een mooi versierde kerstboom. Naast een brandende houtkachel zit een oude vrouw te haken. Hij wil naar de voordeur lopen, maar de vrouw legt haar haakwerk aan de kant en gebaart dat hij naar haar toe moet komen. Ze wijst naar de achterkant van het huis en wenkt hem naar binnen.
Hij haalt zijn schouders op en beweegt zich naar de achterdeur. Hij duwt de deur open en komt ineen kleine bijkeuken. ‘Kom maar verder hoor’, klinkt het vanuit de woonkamer. Hij loopt door en stapt de woonkamer binnen. Het is lekker warm en het ruikt naar versgebakken gemberkoekjes. De vrouw heeft haar grijze haar opgestoken in een knot en op haar neus staat een klein leesbrilletje. Ze kijkt hem met haar heldere ogen onderzoekend aan en vraagt met een krakende stem: ‘Waar is het krantenmeisje? Ze is toch niet gestopt?’ ‘Nee hoor, ze is niet gestopt. Ze is ziek en daarom bezorg ik vandaag de krant’, zegt hij stamelend, terwijl hij haar de krant overhandigt.
‘En wie mag u dan wel zijn?’, vraagt ze kordaat.
‘Uh.., ik ben de vader van… van het krantenmeisje’, reageert hij schuchter.
‘U bent de vader? Nou, dan zal ik u eens wat vertellen over uw dochter. Misschien moet u er even bij gaan zitten.’ Ze wijst hem een bruinleren fauteuil aan naast de kerstboom. Hij gaat zitten en vraagt zich af wat er gaat komen.
De vrouw schraapt haar keel en steekt van wal. Ze vertelt dat ze na de Kerst een nieuwe heup gaat krijgen en morgenochtend opgehaald wordt door haar zoon uit Amsterdam. Ze mag daar de kerstdagen doorbrengen en na haar operatie mag ze daar ook revalideren, voordat ze weer terugkomt naar Texel. Terwijl hij op zijn horloge kijkt, zegt hij: ‘Dat is heel fijn voor u, maar ik dacht dat u iets over mijn dochter wilde vertellen.’ ‘Ja, inderdaad. U hebt namelijk een fantastische dochter. Door mijn versleten heup ben ik erg slecht ter been en kan ik moeilijk de krant uit de brievenbus halen. Daarom brengt uw dochter de krant
altijd via de achterdeur naar binnen. Meestal zet ze dan ook een kopje thee voor me, komt ze even met me kletsen en geef ik haar iets lekkers mee voor onderweg. Vandaag heb ik speciaal
gemberkoekjes gebakken en heb ik een envelop met geld voor uw dochter.’
Ze reikt hem een witte envelop aan en fluistert: ‘Bedank haar voor het trouw bezorgen van de krant door weer en wind. Ze is een echte doorzetter, maar ook een lieverd.’ Even later stapt hij met een gemberkoekje in zijn mond en met een gevoel van trots in zijn verwarmde vaderhart de kou in om de laatste kranten te bezorgen.